In Nederland is de ijsvogel (Alcedo atthis) een symbool van doorzettingsvermogen en vertrouwen in een goede afloop ondanks tegenslagen. In de oude Griekse tijd is het de ijsvogel die tijdens een periode zonder storm en zonder golven boven het water nestelt. Zijn kleuren, blauw van de hemel, groen van alle begroeiing op en bruin van de grond van de aarde. Het waagt iedere keer het leven wanneer het de diepte in duikt voor een visje, want het is geen watervogel en heeft ook geen zwemvliezen. Ook zijn de veren niet vet, anders zou het blijven drijven. Het moet goed opletten en timen om dat ene visje te kunnen vangen. Het beseft dat het wateroppervlak een vertekend beeld geeft en kan de grootte van de vis inschatten, of deze nu aan de oppervlakte of in de diepte zwemt. De ijsvogel is van bovenaf moeilijk zichtbaar omdat het blauw van de veren dan op een weerspiegeling in het water lijkt en van onderaf omdat het daar terracottakleurig is.
Het is een visser. Het heeft grote zwarte ogen die pienter en brutaal in het rond kijken en een lange smalle dolkvormige snavel. De IJsvogel is ongeveer 16 centimeter klein, gemeten van de punt van de snavel tot en met de staart en heeft een spanwijdte van ongeveer 25 centimeter. Het lichaamsgewicht is dan ook maar slechts 34 tot 55 gram. Opvallend is dat het een snelle stofwisseling heeft waardoor het gewicht gedurende de dag fluctueert. De IJsvogel kan een snelheid van 80 km per uur halen. Het is te zien in Europa, Azië en hier en daar in Noord Afrika. De IJsvogel is een standvogel , wat wil zeggen dat het overwintert in de buurt waar het ook broedt, het wordt ook wel een resident of blijver genoemd. Zoals gezegd is het een visser en daarin heeft het een ruime smaak. Ik heb foto’s gezien van een IJsvogel met een vis in zijn bek die bijna tien keer groter was dan het zelf is. Dat kan natuurlijk een gemanipuleerde foto zijn, maar het zou mij niets verbazen wanneer deze kleine vogel tot grote dingen in staat is.