PUTTER

Lees meer…

 

De putter, Carduelis carduelis, is in Nederland een beschermde vogel. Het is vooral te zien  langs de zonnige randen van loofbossen, maar is inmiddels ook begonnen zich in boomgaarden en parken te nestelen. De belangrijkste voorwaarde voor de aanwezigheid van putters is een vegetatie met veel distels en paardenbloemen. Deze planten produceren de zaden waarvan de putter vrijwel geheel afhankelijk is, het wordt dan ook wel distelvink genoemd. Alleen de jongen krijgen tijdens hun groei ook veel insecten, voor de voor de groei zo belangrijke eiwitten.

Het is een sociaal diertje dat in groepsverband leeft en een gemeenschappelijk voedselterritorium verdedigt tegen andere groepen putters. Foerageren vindt plaats in bermen en braakliggende terreinen. De koppels worden gevormd in de winter vóór het broedseizoen. Het vrouwtje maakt het nest, in een week, het mannetje houdt haar slechts gezelschap. Een paar dagen na de voltooiing van het nest is het al gevuld met vier tot zes eieren, die het vrouwtje in elf tot veertien dagen uitbroedt. Dertien tot achttien dagen later vliegen de jongen uit.

 

 

 

NL EN

Je kan de inhoud van deze pagina niet kopiëren