WINTERKONING

Lees meer…

 

De winterkoning of is het het winterkoninkje?

Misschien een beetje vreemd, buiten schijnt de zon af en toe en over ongeveer een week breekt de astronomische zomer aan, om het over een vogeltje te hebben dat door zijn naam al snel geassocieerd wordt met de winter. Toch kan deze druktemaker (maar liefst 90 decibel, ter vergelijking: wanneer ik mijn geluidsinstallatie wat harder zet dan is dat 60 db, en dat is gespreksniveau) kan een wat strengere winter niet eens overleven. In de broedtijd zingt het mannetje van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, om zijn vrouwtje te imponeren.

Groot is dit luidruchtige vogeltje niet met zijn gemiddelde grootte van 10 cm en spanwijdte van 17 cm en gewicht van slechts 8 tot 13 gram. Ter vergelijking weer: een twee-euromunt weegt 10 gram. Om ‘s nachts bij strenge vorst zijn gewoonlijke lichaamstemperatuur van rond de 40 °C te behouden, worden de vetreserves aangesproken. Zo kan een winterkoning in een koude nacht tot 10% van zijn gewicht verliezen. Het winterkoninkje is wat ze noemen een standvogel, het migreert niet maar blijft waar het is. Om te overleven in de winter kruipen zij in groepjes tegen elkaar aan. Het recordaantal winterkoningen in één slaapgroep staat op 61. Gewoonlijk slaapt het echter met maximaal 10 soortgenoten in een nest. De gemiddelde leeftijd van een winterkoninkje is ongeveer een half jaar, en ieder jaar sterft 40 tot 50% voortijdig. Ook het gegeven dat er in de winter niet veel voedsel, het eet voornamelijk insecten, insectenlarven, kleine wormen en spinnen.

Ik hoor je bijna denken wat een gezellige boel, wat een vriendelijk en sociaal beestje dat winterkoninkje, dat het gezamenlijk knus tegen elkaar aan probeert te overleven! Helaas, het staat bepaalt niet bekend als zodanig. Winterkoninkjes zijn geen vriendelijke vogels. Niet naar elkaar en niet naar andere vogels. Het mannetje gaat vreemd en ook de vrouwtjes kunnen gemeen zijn. Zodra de jongen zijn uitgevlogen, maar nog wel een beetje bijgevoerd worden, gaat zij ervandoor. Ze verzorgt de jongen nog wel, maar hokt vanaf dan met een ander mannetje, waar ze opnieuw een nestje mee begint. Ook kunnen zowel het mannetje als het vrouwtje de eieren van andere nesten in de buurt kapot pikken en niet alleen van winterkoninkjes. Wat dat betreft doen ze niet onder voor de koolmezen die erom bekend staan het brein van een nader vogeltje kapot te pikken.

Daar staat dan tegenover dat als de winterkoninkjes wel hun eerste jaar halen, ze ook snelle voortplanters zijn. Ze leggen 6 tot 7 eitjes per nest en broeden meestal twee keer per jaar, en soms zelfs drie keer per jaar. Door andere eieren stuk te maken blijft er meer voedsel over voor met name het vrouwtje dat dat hard nodig heeft natuurlijk. Door te paren met anderen mannetjes worden de genen diverser en de populatie sterker en het mannetje draagt daar aan bij door zijn genen zo goed mogelijk te verspreiden. Het is weer alles voor de overleving van de soort!

Nu nog iets over de soortnaam van het winterkoninkje. De wetenschappelijk naam van dit kleine vogeltje, Troglodytes troglodytes, betekent eigenlijk ‘holbewoner’, dat komt door het bolvormige nest dat het maakt. Echter, volgens een Griekse sage wilden de vogels een eigen koning. De vogel die het hoogst kon vliegen, zou daartoe uitverkoren worden. De slimme Troglodytes troglodytes bedacht een list van mythische proporties: hij verstopte zich tussen de veren van een arend. Toen de arend op zijn hoogste punt vloog en dacht hiermee de koning van alle vogels te worden, kwam het kleine vogeltje uit de veren tevoorschijn en vloog zelf naar nog nét iets hoger. De wrevel van de andere vogels deed hen de winterkoning in een valstrik lokken. Ze wezen het winterkoninkje erop dat een koning niet alleen majestueus in het blaue hinein moet kunnen zweven, maar ook in het diepst van de bruine aarde moet kunnen kruipen. Het vogeltje, ook wel vergeleken met een muis kroop daarop in een klein muizenholletje , waarna de andere vogels een uil aanstelden om het hol te bewaken als een cipier, levenslang in het donker opgesloten. Helaas voor hen, de uil viel in slaap, de Troglodytes troglodytes ontsnapte en kreeg zijn naam voor eens en altijd.

Ja ja, het is niet allemaal pais en vree in vogelland, soms is een grote roofvogel zoals de buizerd of de adelaar zelf vriendelijker voor kleinere vogels dan die kleine opgewonden standjes voor hun soortgenoten. Het blijft voor ons aan de aarde gebonden wandelaars gelukkig leuk om ze te horen en te zien.

 

 

 

NL EN

Je kan de inhoud van deze pagina niet kopiëren